Paraguay & Brazilië: Watervallen en sambaballen - Reisverslag uit São Paulo, Brazilië van Bram Schmidt - WaarBenJij.nu Paraguay & Brazilië: Watervallen en sambaballen - Reisverslag uit São Paulo, Brazilië van Bram Schmidt - WaarBenJij.nu

Paraguay & Brazilië: Watervallen en sambaballen

Door: Bram

Blijf op de hoogte en volg Bram

18 Februari 2018 | Brazilië, São Paulo

Het zit er bijna op, morgenavond vliegen we van het bloedhete Brazilië (35+ graden) terug naar het ijskoude Nederland. Al zijn de nachten hier ook behoorlijk koud omdat ze in de meeste hostels de airco op 20 graden zetten en door deze grote temperatuurverschillen zijn we al lekker aan het sniffen.

We waren gebleven in Uruguay, vanwaar we door wilden reizen naar dat andere land met die gekke naam, Paraguay. Twee landen die vaak in één adem genoemd worden, maar de verschillen kunnen haast niet groter zijn. Uruguay, het rijkste (en daarmee ook duurste) land van het continent, heel vrijdenkend en liberaal, tegenover het zeer arme en chaotische Paraguay, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan.

Een directe verbinding bleek lastig te vinden dus pakten we eerst de nachtbus naar Porto Alegre in Brazilië. Vanaf hier zouden we ‘s avonds weer doorreizen naar Asunción, de hoofdstad van Paraguay. We zouden hier slechts een dagje blijven en hadden dus ook geen hostel om even te zitten. Gelukkig konden we onze bagage bewaakt achterlaten op het busstation en gingen we op pad om de stad te verkennen.

We kwamen gelijk terecht in een enorme stoet van mensen, gekleed in het wit en blauw, en middenin werd een groot mariabeeld gedragen. Het bleek een feestdag ter ere van Maria te zijn.
Na deze happening een tijdje aanschouwd te hebben liepen we door naar het centrum. De stad bleek niet bijzonder interessant. Gelukkig vonden we een bootje waarmee we lekker een stukje konden varen. Het uitzicht was niet fantastisch maar dat mocht de pret niet drukken.

Na een laaaange dag gevolgd door een nog veeeeel langere busreis (22 uur!!!) waren we eindelijk in Asunción. Suf van het lange zitten kwamen we aan in een fijn hostel vlakbij het centrum. De volgende dag gingen we de stad verkennen en het viel al gelijk op wat voor bende het overal was. Vervallen gebouwen, veel zwervers, bedelende mensen en zooi op straat en het centrale plein stond vol met geknutselde tenten als een soort Occupy-kamp. Een erg mooie stad was het niet, maar het was zeker indrukwekkend en ook wel heftig om de armoede te zien. Lichtpuntje was Loma San Jeronimo, een heuvelachtig buurtje vol kleurrijk betegelde trappetjes. Hier zijn we gestrand in Casa del Mojito, waar we, je raadt het al, hebben genoten van lekkere cocktails.

Van alle steden hadden we wel even genoeg en dus probeerden we een route uit te stippelen naar Ybycui, een bekend nationaal park waar veel Paraguayanen graag vertoeven in de zonnige weekenden. Dit bleek een grotere uitdaging dan gedacht. Na een drie uur durende busreis kwamen we aan in het dorpje Ybycui, maar vanaf daar moesten we nog naar het park zien te komen. Aardige locals wezen ons naar een buswrak dat in de berm stond geparkeerd. Na een korte inspectie en het aantreffen van afgebroken stoelen, gescheurde bekleding, een enorme hoeveelheid aan trays bier en een algehele staat van verval leek het ons zeer onwaarschijnlijk dat dit geval nog meters zou kunnen maken.
Maar: schrijf nooit een bus af in Paraguay! Wonder boven wonder stapte er na een paar minuten toch een chauffeur in en kwam het wrak al tuffend toch op gang. Om de paar minuten werd er voor een winkeltje gestopt omdat de chauffeur of een andere passagier even een boodschapje moest doen en zo deden we over een afstand van 25 kilometer uiteindelijk 1,5 uur.. Maar ach, het was een vermakelijke busreis tussen de shoppende locals.

Zo kwamen we laat in de middag toch aan in het park en hadden we nog slechts twee uurtjes over om hier rond te lopen. Het was er erg rustgevend met beekjes, bospaadjes en veel picknickende en zwemmende Paraguayanen. En geen toerist te bekennen hier (dat geldt overigens voor heel Paraguay). Na door een gek misverstand een half uur elkaar kwijt te zijn geweest troffen we elkaar weer aan bij een mooi watervalletje en hier hebben we lekker gezwommen.

Waar de heenreis al enigszins moeizaam verliep, bleek de terugreis nog lastiger te plannen. De eerstvolgende bus terug naar het dorpje ging namelijk pas de volgende ochtend en dus zat er niks anders op dan liften. Gelukkig zaten we al snel in de auto bij aardige mensen met een dubieuze muzieksmaak (hardcore..) Een kort bezoek aan het ijzermuseum (ook onderdeel van het park) en een gehoorbeschadiging later waren we terug in het dorpje vanwaar we de laatste bus terug naar Asunción konden pakken.
Zo was het een interessante dag met veel busuren, maar hebben we toch wat meegekregen van het echte Paraguay.

De volgende ochtend kwamen we iets eerder dan gepland (om 5 uur…) aan in Encarnación, in het zuiden van het land bij de grens met Argentinië. Nadat er niet werd opengedaan in het hostel hebben we een soort van ingebroken (een zijdeur was niet op slot) en op de bank bij de receptie nog een paar uurtjes geslapen tot we werden aangetroffen door een enigszins verraste hostelmedewerker.

Op een ‘wel ok’ strand, wat tribunes voor carnaval en een schattig centraal plein na bleek dit stadje niet veel te bieden te hebben. Erg interessant was het er dus niet, maar wat het er wel was: warm. Heel warm. 42 graden om precies te zijn en dus waren we wel toe aan een siësta in de heerlijk gekoelde slaapkamer.

Om de ergste warmte voor te zijn stonden we de dag erna vroeg op om een bezoekje te brengen aan de twee ruïnes van jezuïetenkloosters, één van de minst drukbezochte UNESCO-werelderfgoed plekken ter wereld, maar daardoor zeker niet minder mooi. Een aardig oud vrouwtje bij het bezoekerscentrum regelde voor ons een persoonlijke taxi van de ene naar de andere ruïne voor een fijne prijs (ook onze portemonnee vond Paraguay erg prettig). Van het feit dat de taxi geen taxi was maar gewoon haar achternicht en dat zij haar kind meenam (staand zonder gordel op de bijrijdersstoel!?!?!) keken we al niet eens meer op. Minpuntje van deze dag was onze lunch, die bestond uit de allerranzigste kleffe spaghetti bolognese die je maar kan bedenken. Maar ach, om G. Charley te quoten, het was niet lekker maar wel lekker veel.

Onze laatste bestemming in Paraguay was Ciudad del Este, ‘Stad van het Oosten’ vlakbij het drielandenpunt met Brazilië en Argentinië en zodoende een waar paradijs voor shoppers uit deze landen die voor de goedkope prijzen graag even de grens overgaan. Dit resulteert in een grote rommelige stad vol kraampjes, winkelcentra en opdringerige straatverkopers die je vooral sokken proberen te slijten (Sokken!! Dat is toch het laatste wat je zomaar even koopt op straat..?).

Wij bezochten echter een andere interessante plek: de Itaipu stuwdam. Hier werden we eerst naar een bioscoop geleid waar we een introductiefilm vol feiten en cijfertjes te zien kregen. Het is de eennagrootste stuwdam ter wereld, met de energie die het per jaar opwekt kun je de hele wereld twee dagen van stroom voorzien, het is één van de zeven architectonische wereldwonderen en ga zo maar door. Ze waren in ieder geval erg trots op hun bouwwerk en, eerlijk is eerlijk, de cijfers waren ook wel indrukwekkend. Hierna volgde een korte bustour, langs en over de dam en kregen we een goed beeld van zijn enorme grootte. ‘s Middags moesten we natuurlijk nog even shoppen, of nouja shoppen, als echte Hollanders hebben we alleen (onze ogen uit) gekeken en niks gekocht.

Voor we naar Rio vlogen stond er nog één grote bezienswaardigheid op het programma: de Iguazu watervallen. Precies op de grens van Brazilië en Argentinië, en daardoor ook vanaf twee kanten/landen te bezoeken, spreidt de Iguazu rivier zich hier uit tot de grootste verzameling aan watervallen ter wereld.

Als eerste bezochten wij de Argentijnse kant en aanvankelijk begon deze dag niet al te best. Stortregen, onweer, geldtekort en tot overmaat van ramp waren we in een soort blackout ook nog vergeten onze eigen snackjes en drinken mee te nemen. Gelukkig sloeg het weer om en brak de zon al snel door, konden we pinnen bij de ingang van het park en was er gratis drinkwater verkrijgbaar.

Een treintje bracht ons naar het meest vergelegen punt: de Gargante del Diablo, ofwel de hals van de duivel. Hier vormen de watervallen een soort gat dat het water lijkt op te slokken. Via een lange loopbrug konden we er vlakbij komen en wát een zicht hadden we vanaf hier!
Overal waar we keken kwam het water met een noodgang naar beneden en je werd dan ook flink bespetterd, wat geen straf was met het warme weer. Verder waren er nog twee lange wandelingen, één onder- en één boven de watervallen langs. Om de zoveel meter was er weer een fantastisch uitzichtpunt en je raakte simpelweg niet uitgekeken hier, zó veel water, groen, aapjes, nog meer water, gekke miereneters én regenbogen waren er te zien. Naast het treintje zou er ook nog een boot naar een eiland gaan volgens de plattegrond maar die was helaas buiten werking.
De tweede dag bezochten we het park aan de Braziliaanse kant. Helaas was het weer wat minder goed en het park was hier ook een stuk minder groot.
Bij nader inzien hadden we het misschien beter in omgekeerde volgorde kunnen bezoeken, maar ook vanaf hier waren de uitzichten overweldigend.

Een paar weken eerder hadden we op een terras in Argentinië in een opwelling een redelijk goedkope vlucht geboekt en dat bespaarde ons nu een 30 uur durende busreis naar de carnavalshoofdstad van de wereld: Rio de Janeiro! Hier kwamen we vroeg in de ochtend aan op carnavalszondag en met een Uber waren we al snel bij ons hostel in de buitenwijk Grajaú (spreek uit: Grazja-oe, Portugees is echt raar).
Gelukkig hadden we ook het hostel al ruim van tevoren geboekt waardoor we niet de standaard carnavalsprijs van zo'n 50 euro per nacht hoefden te betalen.
Met het regelen van een simkaart (waarvoor je perse een Braziliaanse BSN moest hebben..), een carnavalsoutfit (een groene en een roze tutu, ja ook voor mannen is dat heel normaal hier) en kaartjes voor de grote parade van maandag waren we de hele middag zoet.
‘s Avonds hadden we afgesproken met Leo, een carioca (= inwoner van Rio) die we via de Couchsurfing app hadden benaderd. Hij introduceerde ons in het beruchte nachtleven van Lapa, waar we ons na de nodige Caipirinha’s (Braziliaanse cocktails) erg vermaakt hebben én om 12 uur de verjaardag van Natasja goed hebben ingeluid.

De volgende brakke ochtend hebben we Natasja’s verjaardag verder gevierd met gebakjes, kaarsjes en ballonnen en hierna gingen we op zoek naar leuke bloco’s, de straatfeesten waar het Braziliaanse carnaval vooral om bekend staat. Nadat ik nog even was ondergescheten door een duif kwamen we terecht op een gezellig druk feestje in een park, waar we even rustig gezeten en wat gedronken hebben om intussen naar mensen te kijken, want daar is carnaval uitermate geschikt voor. Na een hapje eten maakten we ons op voor de Sambadrome, hét jaarlijkse hoogtepunt waarbij alle Sambascholen in een feestelijke parade strijden om de beste show af te leveren.

Deze parade begon om negen uur ‘s avonds en ging door tot zes uur ‘s ochtends (!!) dus het was een flinke zit. Of nouja, zitten was er nauwelijks bij, er werd volop mee gedanst op de aanstekelijke sambadeuntjes. Als echte alcoholisten hadden we wat mixjes meegesmokkeld in plastic flesjes, maar de locals bleken niet zo hard te gaan. Die genoten vooral van al het moois dat voorbij kwam. En dat waren imposante wagens, een grote fanfare, maar vooral héél veel dansers, met glitters, maskers, veren en de allergekste pakjes waar de feestwinkels in Groningen met hun assortiment nog een puntje aan kunnen zuigen. Na 5 van de 6 scholen was het half 5 en hadden we het wel gezien. Stiekem zijn we er tussenuit geknepen en hebben we wat extra slaap gepakt om de volgende dag weer fris en fruitig bij de volgende carnavalspartij aan te sluiten.

Deze partij was op Ipanema beach, een strand dat, evenals het iets verderop gelegen Copacabana, wereldwijd bekend is. Helaas was het erg bewolkt en daardoor lag het strand er al gelijk minder mooi bij. Omdat we toch nog wel moe waren van de intense nacht besloten we een stuk te gaan wandelen in plaats van bij het feestgedruis aan te sluiten. Na het zien van een mooie lagune middenin de stad, het drinken melk uit een kokosnoot (niet met de billen bloot overigens) en het bezoeken van een oud fort aan de kop van Copacabana beach vonden we het wel weer mooi geweest en zochten we na het opeten van onze zelfgebouwde lasagne snel weer ons bedje op.

Na drie dagen carnaval wilden we wel eens wat meer van de stad zelf zien, te beginnen bij Rio’s hoogtepunt (letterlijk):Cristo Redentor, het enorme Christusbeeld dat vanaf de bergtop Corcovado over de stad uitkijkt. Naast onder andere Machu Picchu is dit één van de zeven moderne wereldwonderen dus dat konden we natuurlijk niet overslaan.

In de vroege ochtendgloren waren we ons bed al uit in de hoop de grote mensenmassa voor te zijn, maar toen we het hostel verlieten bleek de lucht grauwer dan grauw en voelden we zelfs wat drupjes.. Hierop zochten we ons bed nog maar even op. Toen het in de middag iets was opgeklaard en er zelfs blauwe lucht en zon tevoorschijn kwam besloten we er voor te gaan, maar toen we met het treintje de berg op reden kwamen we toch al snel in een dichte mist terecht. Eenmaal boven was alleen de sokkel van het beeld zichtbaar...
Gelukkig trok de dichte mist zo nu en dan een beetje weg waardoor we nog wel het hele beeld hebben kunnen aanschouwen, wat naar onze beide meningen toch enigszins tegenviel qua grootte (= 38 m). Het was inderdaad groot, maar toch niet zo imposant en indrukwekkend als anderen het omschrijven. Maar misschien kwam dat ook omdat we van de ligging en het uitzicht niets meekregen. Rondom ons zagen we immers niets anders dan wit.

In de hoop toch nog een mooi uitzicht over de stad te krijgen bezochten we onze laatste ochtend de Suikerbroodberg, een enorm steile “morro”, zoals de bergen in Rio heten, waarvan de door de ervaren klimmer óf met kabelbaan te bereiken is. Wij gingen (uiteraard) voor de tweede optie. Hoewel het weer nog steeds niet fantastisch was, kregen we vanaf hier wel een goed overzicht van de stad met zijn stranden, bergen en favela’s en konden we bovendien van erg dichtbij vliegtuigen zien landen en opstijgen.

Voor ons vervoer vanaf Rio naar de kust hadden we afgesproken om samen met een andere Nederlandse man, Chris, een auto te huren. We werden door hem opgepikt bij ons hostel en na nog een heel stuk door alle buitenwijken reden we de Braziliaanse snelweg op richting het westen. Na een toch wel spannende rit, waarbij Natasja moest schreeuwen bij alle drempels en tegenliggers en ik zijn telefoon uit z’n handen moest graaien om foto's voor hem te maken, zodat hij zijn handen aan het stuur kon houden, kwamen we uiteindelijk toch nog veilig aan in Angra dos Reis. Of zoals Chris zelf zei: “met z’n drieën komen we er wel”...

De volgende dag reden we met de auto naar de haven, vanwaar we de boot naar Ilha Grande wilden pakken. De dag ervoor waren we getipt dat we de auto het best bewaakt en ook beschut konden parkeren, maar het leek Chris een goed plan om hem gewoon maar bij een random benzinepomp te dumpen. Toen wij het hier niet mee eens waren, maakte hij duidelijk dat de auto op zijn naam stond dus dat hij bepaalde (en evt ook een boete zou betalen..) en met die voorwaarde kon het ons ook vrij weinig meer schelen, maar erg raar was het wel.
Aan het eind van de ochtend kwamen we met de boot aan in het zonovergoten dorpje Vila do Abraão. Hier hebben we lekker geluncht, voor een goede deal wat Caipirinha’s gedronken en een kort wandelingetje over het eiland gemaakt, langs ruïnes, een oud aquaduct en een poel mét door de natuur gecreëerde glijbaan. Hier werden we uitgelachen, geplaagd en natgespetterd door Braziliaanse kinderen en hierna besloten we ook maar het water in te duiken.
‘s Avonds begon het te hozen en door de blank staande straten (water tot aan je enkels) zijn we met een geleende paraplu op zoek gegaan naar eten. In het restaurant kwam ik heel toevallig nog een klasgenootje van de basisschool tegen dus dat was erg grappig en gezellig.

Toen we de volgende morgen naar de steiger liepen om de boot terug te pakken was Chris ineens verdwenen. Kort daarvoor had hij nog gevraagd waar we ook alweer heen gingen (hij wist dus niet eens waar zijn eigen auto stond) en even later liet hij via whatsapp weten op een andere snellere boot te zitten..
Toen ook wij met de langzame boot weer aan land waren bleek Chris met de horizon vertrokken, omdat hij het ‘niet gezellig reizen vond’ met ons.

Hoewel we hier in eerste instantie wel onthutst over waren, kon het ons ook weer niet heel veel schelen. We hadden nu immers gratis van Rio naar de kust gereisd en het was maar de vraag of we het veilig naar onze volgende bestemming, Paraty, gered hadden met hem achter het stuur.. Daarnaast had hij ons al meegedeeld dat hij niet van plan was helemaal naar São Paulo zou rijden maar slechts naar een stadje halverwege, waar wij dus niks aan hadden gehad...
Gelukkig ging er naar Paraty gewoon een bus en hoewel deze tjokvol zat en bijna iedereen moest staan (2 uur lang!) hadden Bram en Natasja als eerste een zitplek te pakken. That’s how we roll!

Paraty bleek een erg schattig koloniaal dorpje met witte huizen en geplaveide straten. Om vijf uur zou er een free walking tour zijn maar we troffen een grote groep mensen aan zonder gids. Nadat aan een aantal voorbijgangers met rode shirts ongemakkelijk gevraagd werd of zij dan de gids waren trok men toch de conclusie dat de tour niet door ging en dus hebben we maar op eigen houtje rondgewandeld.

Nu zijn we in São Paulo, de grootste stad van het continent en onze állerlaatste bestemming. Vanaf hier vliegen we morgenavond, via Barcelona, terug naar Schiphol en het is een erg gekke gedachte dat ik overmorgen na lange tijd weer thuis zal zijn.

Wat zijn het mooie maanden geweest! Ik zal nog vaak terugdenken aan de prachtige landschappen, de bijzondere plekken, de gastvrije en behulpzame bevolking en de leuke mede-backpackers die ik tijdens het reizen ontmoet heb. Maar eerst lekker uitrusten, niet op een goor hostelmatras tussen stinkende en snurkende mensen of in een oncomfortabele nachtbus waar je geen oog dicht doet, maar in mijn eigen fijne bedje :)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bram

Alpaca in opleiding

Actief sinds 22 Nov. 2017
Verslag gelezen: 2570
Totaal aantal bezoekers 10089

Voorgaande reizen:

10 Oktober 2017 - 01 Maart 2018

Tussenjaar Zuid-Amerika

Landen bezocht: